Het grote Rome
Hoe werd Rome opgesticht?
Volgens de sage was Rome gesticht in 753 v.Chr. op 21 april. De eigenlijke geschiedenis van Rome begon echter al rond 1000 v.Chr., toen de Latijnen zich vestigden in Latium, de streek rondom Rome. Rond die tijd werden de Latijnen geregeerd door de legendarische koning Latinus. Dit sluit aan op de legende waarin de Trojaanse held Aeneas steun zoekt bij hem als hij het eilandPalladeum (denk aan Palatijn, een van de zeven heuvels van Rome) bereikt. Zijn zoon Ascanius stichtte de stad Alba Longa die aanvankelijk de belangrijkste Latijnse stad zou worden.
Na de dood van Ascanius regeerde zijn nageslacht 14 generaties lang over Alba Longa. Toen brak er echter een twist uit waarbij de rechtmatige koning van Alba Longa, Numitor, werd afgezet door zijn jongere broer Amulius. Om te voorkomen dat de nakomelingen van Numitor ooit de troon konden heroveren, doodde hij diens zoon en dwong hij zijn nicht Rhea Silvia (de dochter van Numitor) om een Vestaalse maagd te worden, want seksueel contact tussen een Vestaalse maagd en een man werd met de dood bestraft. Zij werd echter zwanger van de oorlogsgod Mars en baarde een tweeling met de namen Romulus en Remus.
Toen Amulius erachter kwam dat zijn nicht twee zonen had gebaard, gaf hij opdracht haar en de tweeling te doden. De soldaten die deze opdracht moesten uitvoeren, kregen dit niet over hun hart en zetten de tweeling in een mandje in de Tiber. De Tiber was toen echter buiten zijn oevers getreden en het mandje bleef op het droge achter. Daarop werd de tweeling gezoogd door een wolvin, de Lupa Capitolina en gevonden door de schaapherder Faustulus, die op de Palatijnse heuvel woonde. Hij voedde hen op en vertelde hun later dat ze kleinzonen waren van Numitor. Vervolgens reisden Romulus en Remus naar Alba Longa, waar zij Amulius doodden en Numitor terugplaatsten op de troon.
De tweeling besloot dat hun toekomst niet in Alba Longa lag. Ze besloten om weg te gaan, naar de Tiber, waar de wolvin hen gezoogd had. Daar zagen ze zeven heuvels in een grote, vruchtbare vlakte. Ze hadden een groepje Albanen meegenomen. Voordat dat er een begin werd gemaakt met de bouw der muren, moesten de goden worden geraadpleegd. Ze vroegen de goden ook om te bepalen wie van beide zijn naam aan de nieuwe stad zou geven en het koningschap zou bekleden. Romulus koos de Palatijnse heuvel en Remus de Aventinus. Allebei richtten ze hun blikken naar de hemel terwijl zij een cirkel in de lucht tekenden. Er kwamen zes gieren vanaf de achterkant van Remus' cirkel binnenvliegen: Een gunstig teken. Remus stormde vol vreugde de heuvel af. Vervolgens was Romulus aan de beurt. Bij hem vlogen er twaalf gieren de cirkel in. Er ontstond verwarring, want wie was nu de koning? Remus die het eerst zijn voorteken zag of Romulus die het dubbele aantal had? Na een opgewonden woordenwisseling dat een bloederig einde kende, was Remus vermoord door zijn eigen broeder. Er is nog een ander verhaal over de dood van Remus. Hij zou op Romulus zijn afgekomen terwijl die bezig was met leiding te geven over de bouw van de stadsmuur. Om hem te plagen was Remus lachend het muurtje overgesprongen waarop Romulus hem woedend te lijf ging en hem had doodgeslagen terwijl hij uitriep: 'Zo moge het in de toekomst iedereen vergaan, die het waagt over mijn muur te springen!'
Na de dood van Ascanius regeerde zijn nageslacht 14 generaties lang over Alba Longa. Toen brak er echter een twist uit waarbij de rechtmatige koning van Alba Longa, Numitor, werd afgezet door zijn jongere broer Amulius. Om te voorkomen dat de nakomelingen van Numitor ooit de troon konden heroveren, doodde hij diens zoon en dwong hij zijn nicht Rhea Silvia (de dochter van Numitor) om een Vestaalse maagd te worden, want seksueel contact tussen een Vestaalse maagd en een man werd met de dood bestraft. Zij werd echter zwanger van de oorlogsgod Mars en baarde een tweeling met de namen Romulus en Remus.
Toen Amulius erachter kwam dat zijn nicht twee zonen had gebaard, gaf hij opdracht haar en de tweeling te doden. De soldaten die deze opdracht moesten uitvoeren, kregen dit niet over hun hart en zetten de tweeling in een mandje in de Tiber. De Tiber was toen echter buiten zijn oevers getreden en het mandje bleef op het droge achter. Daarop werd de tweeling gezoogd door een wolvin, de Lupa Capitolina en gevonden door de schaapherder Faustulus, die op de Palatijnse heuvel woonde. Hij voedde hen op en vertelde hun later dat ze kleinzonen waren van Numitor. Vervolgens reisden Romulus en Remus naar Alba Longa, waar zij Amulius doodden en Numitor terugplaatsten op de troon.
De tweeling besloot dat hun toekomst niet in Alba Longa lag. Ze besloten om weg te gaan, naar de Tiber, waar de wolvin hen gezoogd had. Daar zagen ze zeven heuvels in een grote, vruchtbare vlakte. Ze hadden een groepje Albanen meegenomen. Voordat dat er een begin werd gemaakt met de bouw der muren, moesten de goden worden geraadpleegd. Ze vroegen de goden ook om te bepalen wie van beide zijn naam aan de nieuwe stad zou geven en het koningschap zou bekleden. Romulus koos de Palatijnse heuvel en Remus de Aventinus. Allebei richtten ze hun blikken naar de hemel terwijl zij een cirkel in de lucht tekenden. Er kwamen zes gieren vanaf de achterkant van Remus' cirkel binnenvliegen: Een gunstig teken. Remus stormde vol vreugde de heuvel af. Vervolgens was Romulus aan de beurt. Bij hem vlogen er twaalf gieren de cirkel in. Er ontstond verwarring, want wie was nu de koning? Remus die het eerst zijn voorteken zag of Romulus die het dubbele aantal had? Na een opgewonden woordenwisseling dat een bloederig einde kende, was Remus vermoord door zijn eigen broeder. Er is nog een ander verhaal over de dood van Remus. Hij zou op Romulus zijn afgekomen terwijl die bezig was met leiding te geven over de bouw van de stadsmuur. Om hem te plagen was Remus lachend het muurtje overgesprongen waarop Romulus hem woedend te lijf ging en hem had doodgeslagen terwijl hij uitriep: 'Zo moge het in de toekomst iedereen vergaan, die het waagt over mijn muur te springen!'
Wie waren de vijanden van Rome?
Kelten
Vanaf 100 v. Chr. dwongen de Romeinen - die hun imperium aan het uitbreiden zijn - de Kelten samen in de uiterst westelijke delen van Europa. Tot op heden zijn sporen van de Keltische cultuur - inclusief levende Keltische talen - terug te vinden in die uiterst westelijke delen.
Na de verovering door de Romeinen van de meeste Keltische gebieden in Europa kwam een proces van romanisering op gang door de culturele overheersing van de Romeinen en verdwenen de Keltische taal en cultuur binnen een paar generaties van het toneel. In Gallië ontstond een Gallo-Romaanse mengcultuur. Logisch gezien is de huidige bevolking van België, Frankrijk, Spanje en Groot-Brittannië waarschijnlijk nog steeds grotendeels Keltisch van oorsprong.
meer van hun verhalen, cultuur en mythen.
De verovering van Rome in 390 v. Chr was de grootste overwinning van de Kelten, maar de triomf was slechts van korte duur. Na zeven maanden ongeveer werden zij reeds uit de Romeinse hoofdstad verdreven, deels door gebrek aan voedsel, deels door dysenterie (hevige, besmettelijke darmontsteking, buikloop met bloedontlasting) die ze tijdens hun bezetting hadden opgelopen. Bij hun vertrek vernederden de wraakzuchtige Kelten de Romeinen nog een maal: zij bevalen dat de stad een losprijs in geld moest betalen voor haar bevrijding, en zij kwamen met hun eigen gewichten om bij de betaling af te wegen. Toen de Romeinse magistraat bezwaar maakte en zei dat de Keltische gewichten zwaarder waren dan de Romeinse, wierp het Keltische stamhoofd Brennus ook nog zijn eigen zwaard de weegschaal en riep uit (‘Wee de overwonnen!”) – een uitdrukking die niet verdraagbaar voor Romeinse oren. Dit was een van Rome’s grootste vernederingen, en vanaf nu werden de Kelten beschouwd als een gevaarlijk volk tegenover Rome…De Romeinen namen slechts wraak voor deze daad na 150 jaar, bij de slag bij Telamon, omstreeks 240 v.C. dus…
Na de verovering door de Romeinen van de meeste Keltische gebieden in Europa kwam een proces van romanisering op gang door de culturele overheersing van de Romeinen en verdwenen de Keltische taal en cultuur binnen een paar generaties van het toneel. In Gallië ontstond een Gallo-Romaanse mengcultuur. Logisch gezien is de huidige bevolking van België, Frankrijk, Spanje en Groot-Brittannië waarschijnlijk nog steeds grotendeels Keltisch van oorsprong.
meer van hun verhalen, cultuur en mythen.
De verovering van Rome in 390 v. Chr was de grootste overwinning van de Kelten, maar de triomf was slechts van korte duur. Na zeven maanden ongeveer werden zij reeds uit de Romeinse hoofdstad verdreven, deels door gebrek aan voedsel, deels door dysenterie (hevige, besmettelijke darmontsteking, buikloop met bloedontlasting) die ze tijdens hun bezetting hadden opgelopen. Bij hun vertrek vernederden de wraakzuchtige Kelten de Romeinen nog een maal: zij bevalen dat de stad een losprijs in geld moest betalen voor haar bevrijding, en zij kwamen met hun eigen gewichten om bij de betaling af te wegen. Toen de Romeinse magistraat bezwaar maakte en zei dat de Keltische gewichten zwaarder waren dan de Romeinse, wierp het Keltische stamhoofd Brennus ook nog zijn eigen zwaard de weegschaal en riep uit (‘Wee de overwonnen!”) – een uitdrukking die niet verdraagbaar voor Romeinse oren. Dit was een van Rome’s grootste vernederingen, en vanaf nu werden de Kelten beschouwd als een gevaarlijk volk tegenover Rome…De Romeinen namen slechts wraak voor deze daad na 150 jaar, bij de slag bij Telamon, omstreeks 240 v.C. dus…
Carthago
De Punische oorlogen, door de Romeinen Bella Punica genoemd, waren de oorlogen tussen Carthago en de Romeinse Republiek. Deze mogendheden kwamen met elkaar in conflict omdat hun invloedssferen zich beide uitbreidden in de westelijke helft van de Middellandse Zee. De eerste gevechten braken uit nadat de Romeinen een leger naar Sicilië stuurden, een eiland dat volgens een eerdere contract in Carthaagse invloedssfeer lag. Beiden maakten veelvuldig gebruik van lokale bondgenoten, die zelden betrouwbaar waren. Carthago had aanvankelijk de overhand, maar Rome bleek de langste adem te hebben. Er werden drie oorlogen tussen de Carthagers en de Romeinen uitgevochten tussen 264 en 146 v.Chr..
De drie Punische Oorlogen
- Eerste Punische Oorlog: 264 - 241 v.Chr.: Hierin leerden de Romeinen, die tot dan toe slechts een landleger hadden, de vanouds zeevarende Carthagers ter zee te bestrijden; veldslagen en belegeringen vonden vooral op Sicilië plaats. De Romeinen moesten nog veel leren over oorlogvoering ter zee, maar kwamen wel met een innovatie: ze maakten speciale schepen waaraan een beweegbare loopplank was bevestigd, de corvus. Ze ramden een Carthaags schip en lieten dan die loopplank vallen, waardoor de twee schepen aan elkaar vastgehaakt werden en de Romeinse troepen het vijandelijke schip konden bestormen. De ramstevens van de buitgemaakte vijandelijke schepen werden op het Forum Romanum tentoongesteld.
- Tweede Punische Oorlog: 218 - 201 v.Chr.: dit was een landoorlog, die zich vooral afspeelde op het Italiaanse en Iberisch Schiereiland; van Carthago bleef slechts een lokale mogendheid over. In deze oorlog speelde de grote Carthaagse veldheer Hannibal Barkas een hoofdrol. Hij trok vanuit het Iberisch Schiereiland over de Alpen en bracht de Romeinen jarenlang verschrikkelijke nederlagen toe, maar die wisten juist te voorkomen dat hij Rome kon belegeren. De Romeinen gingen in de tegenaanval op het Iberisch Schiereiland, waar minder grote Carthaagse veldheren werden verslagen door Publius Cornelius Scipio Africanus maior. De Romeinen marcheerden op door Noord-Afrika naar Carthago, waarbij zij geholpen werden door de Numidiërs, die eerst bondgenoten waren geweest van de Carthagers, maar naar de Romeinen waren overgelopen. Hannibal was dus wel gedwongen terug te keren om zijn vaderstad te verdedigen, maar hij werd verslagen in de Slag bij Zama. Carthago werd uitgeschakeld als serieuze rivaal van Rome en Hannibal werd verbannen. Hij vlucht naar het oosten. Daar zal hij in 183 v.C. zelfmoord plegen om aan gevangenneming door de Romeinen te ontsnappen.
- Derde Punische Oorlog: 149 - 146 v.Chr.: dit was een drie jaar durende belegering van Carthago door de Romeinen en eindigde met de inname en volledige verwoesting van de stad. De overlevenden werden als slaven verkocht. Daarmee was het belangrijkste obstakel opgeruimd om de Middellandse Zee tot de 'Mare Nostrum' voor de Romeinen te maken.